Namen

Het koppelen van namen aan gezichten gaat me moeilijk af. Veelal probeer ik gezichten zonder naam te ontlopen. Ik doe alsof ik bekenden niet zie, niet herken. Ik negeer ze, draai me om. Niet altijd is een ontmoeting te ontlopen. Ik probeer dan omzichtig te werk te gaan en noem vooral geen naam. Niets erger dan een foute naam. Met je, jij en jou kun je een heel eind komen. Ik probeer tijd te winnen in de hoop dat de naam te binnen schiet, wat overigens zelden gebeurd. Nee, ik ben niet sterk in namen. Zelfs mijn eigen naam is me eens ontschoten. Het was dan wel niet mijn eigen naam bij geboorte gekregen, maar een cijfer combinatie waarmee ik me door het werkzame deel van mijn leven sleep. De eerste handeling zodra ik aankom op mijn werkplek is een ritmisch tak tak takke tak op een toetsenbord, waarmee ik de dag open in een poging mijn werkgever een vruchtbare dag te bezorgen. De cijfercombinatie zit er bij mij voorgeprogrammeerd in. Elke ochtend weer schud ik het zo uit mijn vingers. Denk er vooral niet bij na. Zodra ik ga nadenken gaat het mis. M’n wachtwoord levert me, vreemd genoeg, geen enkele probleem op. Ik heb hulp middeltjes waarbij de genialiteit me pleziert. “Let-me1n”  waarbij wordt voldaan aan de voorgeschreven cijfer, leesteken, hoofdletter combinatie. Ik heb zo’n vijftien wachtwoorden te onthouden die veelal om de dertig dagen moeten worden vernieuwd. Ik maak het dat ik lettercombinaties  verzin die onlosmakelijk met het computer programma van doen hebben. Het kan een woord een afbeelding op het inlogscherm zijn. Daar ligt voor mij het probleem met namen. Namen hebben geen relatie tot de persoon of het bij behorende gezicht. Piet Pukkel, Jan Bochel, Frits Grote Neus, Karel de Stille, het zou allemaal veel makkelijker zijn. In de fiets club waar ik al jaren deel vanuit maak, waren twee Hansen, waarvan ik er een was. Om ons te onderscheiden werden we met Hans Gulpen en Hans Brand aangesproken. Wie nu wie was, is voor mij nooit duidelijk geweest. Ik heb er wel eens naar gevraagd en kreeg netjes uitleg, maar was het zo weer vergeten. Als, gebruik makend van de een bier merk, mijn fiets collega of ik werd aangesproken, dan moest ik de ogen van de spreker volgen of de reactie van de andere Hans afwachten.
Mijn gebruikersnaam, het moet een ochtend zijn geweest met hoge hersenactiviteit, ik ging me bewust bemoeien met de volgorde waarop de cijfers werden ingevoerd. Doen alsof ik me nog in een halve slaap toestand bevond om zo het ritme te pakken waarmee mijn vingers elke ochtend over het toetsenbord glijden lukte niet. Ik kreeg het ritme niet te pakken. Alleen telefonische navraag bij een helpdesk kon nog uitkomst bieden. Een procedure om gebruikers nummers op te zoeken bestond niet, men wist ook niet of een gebruikers nummer zonder meer telefonisch mocht worden mede gedeeld. Moest ik me niet identificeren, maar hoe doe je dat door de telefoon? Wachtwoorden ja daar was een procedure voor. Dagelijks vergeten tientallen gebruikers een wachtwoord. Maar een  persoongebonden gebruikers nummer waarmee het hele werkzame leven digitaal wordt geadministreerd?
Uiteindelijk blijkt het gebruikers nummer ook op mijn bedrijfspas te staan, waarmee ik de deuren naar kantoor open en mij zelf toegang verschaf tot het fietsenhok. Mijn gebruikers naam vergeet ik nooit meer en Hans Brand of Hans Gulpen een van ons is uit de fiets club gestapt. Ik weet niet wie van de twee, maar laat me nu door mijn fiets vrienden Wyckse Witte noemen bij enorme hitte, La Trappe op een zonnig terras en Bolleke, of Rochefort 8 als ik me lekker voel. Ik word steevast met de verkeerde naam aangesproken en dat doet me goed.

Gepubliceerd op
Gecategoriseerd als Events